Via Erfoud, Rissani en Merzouga naar de Erg Chebbi woestijn.

13 oktober 2018 - Erg Chebbi, Marokko

Zaterdag 13 oktober

De rugzak gepakt met een jasje, een lakenzak, flessen water, evergreen en mijn tandenborstel en tandpasta. Heb er uiteindelijk ook nog een flesje DEET ingedaan. Dat is de bagage die ik meeneem naar het Nomadenkamp in de Erg Chebbi woestijn.
We vertrekken via Erfoud, waar we overnacht hebben. Erfoud ligt in een gebied vol met dadels. In oktober wordt het einde van de dadeloogst gevierd met het drie dagen durende Dadelfestijn, een religieus en wereldlijk evenement bezocht door lokale stammen. Er zijn allerlei volksdansen in klederdracht van diverse nomadenstammen.
Een andere bron van inkomsten zijn de fossielen, gepolijst marmer uit de  Usine de Marmar, kleine kraters langs de weg zijn de openingen van schachten die naar de khettara's leiden.
In het plaatsje Rissani, aan de rand van de Sahara bezoeken we de Soek waar heel veel specerijen en dadels verkocht worden. Het is de beroemdste soek van de regio. Hier in Marokko is trouwens is ieder plaatsje, hoe klein dan ook wel een Marokkaans theehuis te vinden, met alleen maar mannen. Er is geen vrouw op het terras te bekennen. Wij stoppen regelmatig bij zo'n theehuis en Hassan onze gids regelt dan een plekje op het terras. Soms zitten de mannen ons aan te staren maar heel regelmatig maken ze een praatje en vragen ze waar we vandaag komen. Vanaf Fés zijn de inwoners ook veel aardiger. Hier is het super relaxt en kunnen we ons veel vrijer bewegen. Op de markt moeten we wel bij elkaar blijven maar toch voelt het oké. 
We lunchen in Rissani en gaan verder richting Merzouga, beroemd om zijn ligging aan de voet van de Erg Chebbi duinen die een hoogte bereiken van 250 meter. We stoppen nog bij een nomadenstam die bekend zijn om hun zang. 
Het is bloedheet en uiteindelijk stappen we op het schip van de woestijn zoals de kamelen genoemd worden. Sjaal om, zonnebril op. Ik ben er klaar voor...pfff, met rugzak op zo'n beest klimmen is ook nog een ding. Uiteindelijk vertrekken we richting het kamp. Gaaf, gaaf, gaaf, Ik kan er niets anders van maken. Al dat zand met die verschillende kleuren geel en oranje. Zover je kunt kijken, alleen maar zand. Het vervoer is niet echt comfortabel maar de omgeving is spectaculair. Via de rug van een kameel de zonsondergang bekijken in de woestijn is toch wel uniek en een hele ervaring. Uiteindelijk komen we bij het kamp waar nomadententen (khaïma, gemaakt van kamelenhaar) voor ons klaar staan. We krijgen een matras en een deken van kamelenwol. (blij met de lakenzak). Op kleine krukjes nuttigen we in het donker onze maaltijd en na het kampvuur is het tijd om te genieten van de sterrenhemel. Samen met vier andere meiden uit het reisgezelschap besluit ik om buiten te slapen. We duiken de lakenzak in en we hebben weer een spectaculair uitzicht. Zoveel sterren aan de hemel heb ik echt nog nooit gezien. De temperatuur was redelijk maar ik heb de hele nacht geen oog dichtgedaan. Maar ondanks die slapeloze nacht was het toch een feestje om dit mee te maken. Met een Jeep weer terug. Ongelooflijk trouwens dat men in zo'n zandbak de weg kan vinden....
Vies, plakkerig en zanderig eten we een broodje met wat thee en gaan op weg naar de volgende slaapplek in de Todrakloof. Weer is het onderweg ongelooflijk mooi, wat een fantastische omgeving. Lucy en ik zijn helemaal stuk, we eten een broodje op de kamer en verder is het relaxen en vroeg in een heel heel hard bed duiken. 

2 Reacties

  1. Naomirommen:
    15 oktober 2018
    Kippenvel !!! Fantastisch lijkt me om dit mee te maken.
  2. Jelleke van Hest:
    17 oktober 2018
    Hoi Lianne,

    Niet raar hè, dat ik zo enthausiast was toen je me vertelde dat je naar Marokko zou gaan. Echt gaaf. Zo'n prachtig land!! En die woestijn was voor mij een hoogtepunt. Hebben jullie het niet koud gehad?

    Als ik die verhalen van jou lees krijg ik echt zin om ook weer te gaan :-)

    Nog heel veel plezier!